Een werkplek aanbieden in Duaal leren binnen de houtsectoren

Bij duaal leren verwerven leerlingen vaardigheden op school (of in een centrum voor deeltijds onderwijs of een Syntra lesplaats) én op de werkvloer. Om er een succes van te maken, moet elke jongere in een duale opleiding terecht kunnen op een kwaliteitsvolle leerwerkplek. Als werkgever ben je dan ook een onmisbare schakel. Door het aanbieden van een werkplek bij jouw onderneming of organisatie help je jongeren om hun opleiding in het secundair onderwijs te vervolmaken, bereid je hen optimaal voor op de arbeidsmarkt en leid je mee de werknemers van de toekomst op.

Om een werkplek aan te bieden in duaal leren moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen:

  • Een aanvraag indienen om erkende leerwerkplek te worden en voldoen aan de erkenningsvoorwaarden.
  • Een mentor aanduiden die instaat voor de opleiding en begeleiding van de leerling op de werkplek.
  • Een intakegesprek houden met de jongere en indien je de jongere wenst aan te werven een overeenkomst
  • Ervoor zorgen dat de tewerkstelling aansluit bij de gevolgde opleiding en dat het opleidingsplan gerealiseerd wordt.
  • De engagementen nakomen die verbonden zijn aan de erkenning en aan het afsluiten van de overeenkomst.

In duaal leren wordt voor een aantal opleidingen gewerkt met een overeenkomst van alternerende opleiding (OAO).

De OAO wordt gesloten tussen drie partijen, namelijk de leerling (een minderjarige leerling wordt vertegenwoordigd door de wettelijke vertegenwoordiger: vader, moeder of voogd), de onderneming en de opleidingsverstrekker.

De OAO omvat zowel het les- als het werkplekgedeelte. De beide delen vormen samen een voltijdse overeenkomst. De arbeidsduur van deze overeenkomst is gelijk aan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van toepassing op je onderneming. De leerling wordt minstens 20 uur per week (gemiddeld op jaarbasis) op de werkplek opgeleid. 

De OAO is een overeenkomst van bepaalde duur en mag niet langer lopen dan de duur van de alternerende opleiding. De duur van de opleiding hangt af van het aan te leren beroep en bedraagt meestal 1 tot 3 jaar. Tijdens deze periode moeten de competenties van de opleiding aangeleerd worden. In het opleidingsplan wordt vastgelegd welke competenties op de werkplek aangeleerd zullen worden en welke in de lessen aan bod zullen komen. Het opleidingsplan vormt een verplichte bijlage bij de overeenkomst. 

Het hoofddoel van de overeenkomst van alternerende opleiding is het aanleren van een beroep. Daarom betaalt de onderneming aan de leerling geen loon, maar een maandelijkse  leervergoeding. Het exacte bedrag van de vergoeding hangt onder andere af van het opleidingsjaar van de leerling, maar bedraagt maximaal 674.50 euro per maand. 

De OAO wordt opgesteld volgens het model dat vastgelegd is door de Vlaamse Regering. Het uurrooster, de bepalingen van het decreet betreffende de rechten en plichten van de partijen en betreffende de schorsing en beëindiging van de overeenkomst, het opleidingsplan en het arbeidsreglement maken deel uit van deze overeenkomst en worden als bijlage bij de overeenkomst gevoegd. Je vindt deze documenten op www.vlaanderen.be.

De uitvoering van de overeenkomst wordt geschorst tijdens de schoolvakantieweken.

Je mag de leerling pas opleiden op de werkplek als je hiervoor erkend bent en van zodra de overeenkomst ondertekend en gestart is.

Overeenkomst van alternerende opleiding (OAO) binnen de houtsectoren

 

 

ERKENNING ALS LEERWERKPLEK
  • Voor de opleiding waarvoor de leerling wordt opgeleid
  • Per vestiging binnen het Vlaams of Brussels hoofdstedelijk gewest
  • Aanvraagprocedure duurt max 14 dagen
  • 5 jaar geldig
  • Voorwaarden:
    • Financiële draagkracht
    • Geen veroordelingen
    • Organisatie en bedrijfsuitrusting
    • Minstens 1 mentor:
      • onberispelijk gedrag (model 596.2)
      • min 25 jaar
      • 5 jaar relevante praktijkopleiding
      • Mentoropleiding (6 maanden)

 

RSZ
  • RSZ-bijdragen voor arbeiders +/- 17% op vergoeding aan 108% (jaarlijkse vakantie + enkele kleinere bedragen)
Sociale verplichtingen van de onderneming
 
  • Dimona-aangifte en kwartaalaangifte RSZ (DmfA)
  • Arbeidsongevallenverzekering
  • Dienst voor preventie en bescherming op het werk (risicoanalyse, gezondheidsbeoordeling, persoonlijke beschermingsmiddelen, enz.)
  • Sociale documenten: Arbeidsreglement, loonfiches en belastingfiche 281.10
  • Woonwerkverkeer: dezelfde tussenkomst als voor gewone werknemers

 

Arbeidswetgeving
 
  • De arbeidswetgeving is van toepassing met extra aandacht voor jeugdige werknemers.

 

Vakantiedagen (vanaf 1 september 2019)
 
 
  • Vakantieregeling: schoolvakanties (onbetaald) vrijaf m.u.v. betaalde vakantiedagen
  • Afwijkingen op schoolvakantieregeling mogelijk mits leeropportuniteit en recuperatie (m.u.v. bepaalde sectorale afwijkingen)
  • Opgebouwde betaalde vakantiedagen (max. +/-15 dagen per kalenderjaar) worden enkel opgenomen in de schoolvakanties
  • Studentenarbeid bij hetzelfde leerbedrijf kan enkel bij periodes van onbetaald verlof tijdens de maanden juli en augustus
Ziekte
 

Leerling-arbeider: Vanaf 1 maand anciënniteit recht op gewaarborgde leervergoeding bij ziekte:

  • 1ste t.e.m. 7de kalenderdag: 100%
  • 8ste t.e.m. 14de kalenderdag: 85,88%
  • 15de t.e.m. 30ste kalenderdag: 25,88%
FINANCIELE STIMULANSEN
  • Premie kwalificerend werkplekleren:
    • 600 euro als de lerende geen vergoeding van de onderneming ontvangt.
    • 1000 euro als de lerende wel een vergoeding van de onderneming ontvangt. 
Incentives Brussels Hoofdstedelijk Gewest
  • Mentorpremie: 1750 euro netto per jaar voor iedere mentor onder bepaalde voorwaarden.
  • Structurele vermindering tijdens de opleiding.
leervergoeding
De leerling

Als de leerling aan bepaalde voorwaarden voldoet heeft hij of zij recht op:

Opgelet: Vergoedingen en premies kunnen voor de leerling een invloed hebben op het fiscaal ten laste zijn en het zelf betalen van belastingen voor alle leerlingen.

 Uitgebreide informatie kan u vinden op https://www.vlaanderen.be