Arbeidsdeal en individueel opleidingsrecht

Ongetwijfeld heeft u gehoord van de arbeidsdeal, een pakket maatregelen die de federale overheid nam om de arbeidsmarkt te hervormen. Een minimum aan opleidingsdagen per werknemer en per jaar, moet voortaan worden gegarandeerd. Klik hier voor de volledige wettekst.

Om ervoor te zorgen dat elke werknemer toegang heeft tot opleiding, is vanaf 2023 een individueel opleidingsrecht ingevoerd voor werkgevers vanaf 10 werknemers. Hiermee zet de overheid werkgevers aan tot initiatieven die levenslang leren bevorderen.

Er zijn 3 bedrijfscategorieën:

  1. Bedrijven met minder dan 10 werknemers: deze bedrijven zijn steeds vrijgesteld van deze opleidingsverplichting
  2. Bedrijven met minimaal 10 en maximaal 19 werknemers: volgens CAO of volgens de algemeen geldende regeling
  3. Bedrijven met 20 of meer werknemers: volgens CAO of volgens de algemeen geldende regeling

 

Paritair Comité 126 - Stoffering & Houtbewerking

In PC126 Stoffering & Houtbewerking werd op 28 september 2023 een CAO afgesloten over deze materie. De sociale partners hebben voor het opleidingsluik van de arbeidsdeal het volgende afgesproken:

  1. Bedrijven met minimaal 10 en maximaal 19 werknemers: tot en met 2025 geldt dat er 1 dag opleiding moet gegeven worden. Van 2026 tem 2030 heeft elke werknemer in deze bedrijven recht op 2 dagen opleiding.
  2. Bedrijven met 20 of meer werknemers: in 2023 gold een recht van 2 dagen opleiding per werknemer, vanaf 2024 tem 2026 geldt een opleidingsrecht van 3 dagen, vanaf 2027 tem 2030 heeft elke werknemer in deze bedrijven recht op 4 dagen opleiding.

 

Paritair Comité 125 - Houtnijverheid

Omdat hier geen specifieke CAO werd afgesloten tussen de sociale partners, is het algemeen individueel opleidingsrecht van toepassing.

Dit wil zeggen dat in bedrijven met minimaal 10 en maximaal 19 werknemers elke werknemer minimaal 1 dag opleiding moet krijgen. In bedrijven met 20 of meer werknemers had elke werknemer in 2023 recht op 4 dagen opleiding en sinds 2024 heeft elke werknemer recht op 5 dagen opleiding.

 

Ter info:

1.    Hoe groot is uw onderneming?

Om te bepalen hoeveel werknemers een onderneming tewerkstelt, wordt een complexe berekening gemaakt op basis van het gemiddelde van de personeelsbezetting over 4 kwartalen. In de meeste gevallen zal er geen discussie zijn, maar als u net op de grens zit, bvb net minder of meer dan 10 of 20 werknemers, vraag dan het advies van uw sociaal secretariaat, die de correcte cijfers heeft en voor u de berekening kan maken.

 

2.    Wat is een opleiding?

De wetgever is zeer soepel in het definiëren van een opleiding. Alle vormen van opleiding (formeel, informeel, werkplekleren, afstandsonderwijs, fysiek, digitaal…) komen in aanmerking. Ook beursbezoeken en zelfstudie kunnen hier mee in opgenomen worden. De opleidingstijd moet wel steeds als werkuur worden bezoldigd.

 

3.    Aantal opleidingsdagen per werknemer?

Het is de taak van de werkgever om de opleidingsdagen per werknemer als volgt te bepalen: A x B x C

A = toegekende opleidingsdagen voor een FTE

B = arbeidsregime in verhouding tot voltijds

C = aantal maanden tewerkgesteld / 12 (enkel voor werknemers aangeworven in de loop van het kalenderjaar)

 

Het saldo van de niet-opgebruikte opleidingsdagen wordt op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar, zonder dat dit saldo in mindering mag gebracht worden van het opleidingskrediet van de werknemer in dat volgende jaar. Op het einde van een periode van vijf jaar wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet.

 

4.    Opleidingsplan?

Bedrijven met 20 of meer werknemers, moeten een opleidingsplan voor minimum 1 kalenderjaar opmaken, werknemer per werknemer. Bij de uitwerking van het opleidingsplan dient de genderdimensie in aanmerking te worden genomen.

Dat opleidingsplan moet ten laatste op 15 maart voorgelegd worden aan de OR, syndicale delegatie of de werknemers zelf. Uiterlijk tegen 31 maart is het opleidingsplan bekend.

Het opleidingsplan wordt bewaard in de schoot van de onderneming. De werknemers hebben op eenvoudige vraag toegang tot het opleidingsplan. De werkgever zendt binnen de maand na de inwerkingtreding van een opleidingsplan op elektronische wijze een afschrift daarvan aan de bevoegde ambtenaar (FOD WASO).

 

5.    Registratie en administratie?

De Minister van Werk werkt nog aan de uitvoeringsmodaliteiten van deze wetgeving.

Dit zijn de voorlopige krachtlijnen van administratieve verplichtingen:

  • De individuele opleidingsrekening per werknemer omvat de naam, voornaam, geboortedatum en -plaats, rijksregisternummer, adres, arbeidsregime, PC, opleidingskrediet en groeipad en moet ingediend worden in een digitale applicatie, de Federal Learning Account. Meer weten? Klik hier!
  • Van zodra dit systeem operationeel is (er werd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers beslist om de verplichting voor werkgevers om de FLA (Federal Learning Account) in te vullen uit te stellen tot 1 april 2025), moet u voor al uw werknemers in deze databank aangeven op hoeveel opleidingsdagen elke individuele werknemer recht heeft. Ook de gevolgde opleidingen moeten worden ingediend. Deze informatie zal door de werknemers kunnen worden geraadpleegd via de reeds bestaande website https://www.mycareer.be

Deze registratieplicht geldt voor alle bedrijven, dus ook voor de bedrijven met minder dan 10 werknemers.

Download hier een voorbeeld Excel voor registratie van opleidingen:

10 - 19 werknemers

OF

Vanaf 20 werknemers